Antwoord:
Dat er veel verwarring heerst, ben ik met u eens. De verwarring wordt veroorzaakt door "nieuwe dingen" die mensen van horen zeggen hebben en per se met de mode mee willen. Als je iets nieuws in je systeem doet, moet je zorgen dat je precies weet hoe de afspraken luiden, anders krijg je alleen maar misverstanden. Bij boekje 1 en 2 wordt geleerd, dat elke 4-kaart biedbaar is. Dus als partner 1 ruiten opent, betekent een bijbod van 1 harten: 6+ punten en minstens 4 hartens. Na 1 ruiten betekent 2 harten: 13+ punten EN en ZES+kaart in harten. Toen kwam uit Amerika overgewaaid, dat er toch veel voordelen zitten aan een vijkaart hoog opening en vervolgens kwam daarbij dat een bijbod in een hoge kleur in de eerste ronde ook een vijfkaart moet zijn (Montreal conventie). Tja, als je dan niet afstemt wat je moet doen met een vierkaart, dan vraag je om problemen. Als je je aan de uitgangspunten van boekje 1 en 2 houdt, heb je geen enkel probleem met een 4+ kaart aan te geven. Als je van het bijbod ook verwacht dat het een vijfkaart is (Montreal), dan moet je met 1 klaveren openen, ook al heb je een vierkaart ruiten. Dus om een concreet antwoord op uw vraag te geven, moet ik weten welk systeem u speelt en ik ben ervan overtuigd, dat wanneer u dit samen met uw partner gaat opschrijven, u vanzelf tegen de problemen aanloopt en gaat oplossen. Zorg dan wel dat u goede documentatie vindt (internet) om te zien wat "gangbaar" is, want anders krijg je problemen als je een bepaalde conventienaam gebruikt, maar de conventie anders speelt. Voor niet al te ervaren bridgers blijf ik bij mijn advies: blijf met je benen op de grond. De laatste Nederlandse wereldkampioenen deden ook alles met vierkaarten. Succes! |